Ze was jarenlang correspondent in de Italiaanse hoofdstad en nu heeft ze een boek geschreven. Over Rome. Het is een heerlijk boek. We kunnen het iedereen aanraden. Maar we gaan het er zaterdag niet over hebben.
Het staat vol met leuke verhalen, de meest wonderlijke plekjes waar je absoluut wil geweest zijn, zowel boven als onder de grond, adressen van fantastische restaurantjes, het lekkerste ijs, de beste koffie, de mooiste obers.
Wat je krijgt als je in de Via Trionfale nummer 37 bij de sympathieke dochters van Signora Maria een ‘super mista’ bestelt. En waarom je een Italiaan gelukwenst met “In bocca al lupo!” tenzij hij supporter is van Lazio Roma, dan zeg je beter ‘L’Aquila vola!” Het staat er allemaal in.
Heerlijk boek. We zeiden het al. Maar we gaan het er niet over hebben. Dat zeiden we ook al.
Nee, we willen het graag hebben over wat er niet in staat. De verhalen die ze als correspondent in die korte stukjes voor het journaal veel te weinig heeft kunnen vertellen. De paus, ja, en de maffia, daarvoor bellen ze vanuit Brussel altijd naar Rome. Of Berlusconi. Altijd prijs. Maar dan? Wat leeft er echt in Italië? Waar liggen de Italianen zelf wakker van? Wat zien we van hier uit over het hoofd? Dat willen we weten.
En nee, we gaan niet Italiaans koken. We zouden wel gek zijn, voor iemand die de pizza bianca van bakker Roscioli op de Campo De’ Fiori gewend is.