Nooit was ik zò gegrepen door een stad, die zich niet laat grijpen. Rome is door geschiedenis doordrongen. Dat zie ik als ik door de stad loop. Dat voel ik als ik over de eeuwenoude Via Appia Antica scooter. Dat proef ik, als ik precies eet wat generaties voor mij al aten. Dat hoor ik, als Romeinen zich weer eens wat Latijn laten ontglippen. Dat merk ik in het geloof en vooral ook het bijgeloof. Dat beleef ik met de lokale tradities, vaak stammend uit het polytheïsme en door de katholieke kerk geadopteerd en vervormd.
Tegelijkertijd is Rome een grote paradox. Waar de hele wereld burger is, in een stad met een provinciale mentaliteit. Waar La Grande Bellezza vaak stinkt naar zwerfafval en urine waar ratten en zeemeeuwen over stoeien. Waar externe airco-units en tv-antennes het unieke stadgezicht verstoren. Waar men schreeuwt om harde hand, maar waar men regels ontduikt. Waar de zon zelfs in de winter échte warmte uitstraalt, maar waar hevige regenbuien in herfst en lente de stad volledige lam kunnen leggen. Waar iedereen katholiek is, maar niemand doet wat de kerk zegt.
Roma, una vita non basta Met die melancholische waarheid, dat een leven nooit genoeg is voor Roma, zal ik moeten leven. Maar tijdens dit ene leven heb ik het voorrecht zoveel mogelijk van de stad in mij op te nemen. Ik zal ze nooit helemaal kunnen vastgrijpen, maar ik mag ze wel voorzichtig aaien.
Ik raak er nooit over uitgesproken....