Vanmiddag had premier Balkenende in Rome een ontmoeting met premier Silvio Berlusconi. Na afloop daarvan was er een persverklaring op het kantoor van Berlusconi. Het was geen echte persconferentie, want er mochten geen vragen worden gesteld. Wat erg jammer was voor de verzamelde Nederlandse en Italiaanse journalisten. Alleen hield niet iedereen zich aan het vraagverbod. Zonder veel resultaat overigens.
Voor mij was het de eerste keer dat ik Palazzo Chigi in mocht, het prachtige paleis midden in het hart van Rome waar de Italiaanse premiers kantoor houden. Eerst aanmelden en door de detectiepoortjes en dan samen met alle collega’s wachten tot we de statietrap op mochten naar de zaal van de persverklaringen. “Niet op de rode loper lopen!”, riep een in onberispelijk zwart pak geklede medewerker ons nog snel toe. En dus slopen we langs de loper naar boven, gewapend met camera’s, statieven, fototoestellen of simpele opschrijfboekjes. Eenmaal in de zaal moesten alle journalisten als koeien achter een touw. Recht tegenover de twee kleine spreekgestoeltes waarachter de premiers even later zouden verschijnen. Het was er een drukte van belang. Bijna alle Nederlandse journalisten in Rome waren op komen draven. Maar ook een hele stoet Italiaanse collega’s. Zo’n beetje alle TV-kanalen, kranten en persbureaus stonden elkaar achter het rood pluche koord te verdringen. Twee politiemensen in burger keken toe of we wel braaf waren. Mannen met schitterende maatpakken liepen heen en weer, luisterend naar het zendertje in hun oor of pratend in het microfoontje aan hun pols. James Bond kon er nog een puntje aan zuigen.
Iets verlaat liepen premiers en hun gevolg de zaal binnen vanuit een zijdeur. Ontspannen en goed geluimd namen ze plaats achter hun micorofoons. Met behulp van tolken spraken de beide heren elkaar warme woorden toe. Over de goede samenwerking, over dat Nederland door Italië is uitgenodigd om tijdens de G8 in juli ook in de zijkamertjes te komen meepraten en over nog veel meer mooie en inspirerende zaken. Later zou premier Balkenende alles nog eens uitvoerig toelichten op een personferentie voor de Nederlandse journnalisten waar gelukkig wel vragen gesteld mochten worden.
Want dat was nou juist een beetje onaangenaam hier. Dat niemand tot Berlusconi of Balkenende een vraag mocht stellen. Iets dat trouwens wel vaker gebeurt wanneer Berlusconi zich met een buitenlandse gast laat zien. Hij houdt nu eenmaal niet van buitenlandse journalisten. In tegenstelling tot hun meer gedienstige Italiaanse collega’s houden die van een kritisch geluid en daar heeft Berlusconi geen zin in. We wachten dan ook nog steeds vol spanning of hij ooit gehoor zal geven aan de uitnodiging om te verschijnen op de Buitenlandse Persclub van Rome. Weinig kans, vrees ik.
Maar Nederlanders zijn weerbarstig en dus slingerde collega Hedwig Zeedijk van het ANP nog snel een vraag in het Engels richting de heren, net toen deze op het punt stonden de zaal weer te verlaten. Over het terugsturen naar Libië door Italië van boten met immigranten, een heikel punt de laatste dagen. Of ze daar iets op wilden zeggen. Hier ziet u het voorval.
Nee, dus. Was te verwachten. Wat iets minder te verwachten viel was de reactie van de Italiaanse journaliste van Reuters. Die viel Hedwig erop aan dat ze het vraagverbod genegeerd had. Zoiets doe je niet. Dat geeft alleen maar problemen met Palazzo Chigi, was haar kritiek. Mij lijkt het juist een goed idee wanneer meer Italiaanse collega’s er eens toe over zouden gaan om wél kritische vragen te stellen in plaats van als makke schapen alleen maar soundbites van politici op te vangen. Maar dat hoort hier helaas niet bij de cultuur. Die vervelende buitenlanders ook altijd. Ze wennen er in Italië nooit aan.
Andrea Vreede (Blog voor NOS, 14-05-2009)