Nog een column voor Buonissimo:
Mijn dochters kregen onlangs hun felbegeerde grote meisjes-fiets. Een 24 inch met heel veel versnellingen. Het was tijd en ze keken er al lang naar uit. Negen jaar is dan ook een hele mijlpaal! En dus moest er ineens serieus gefietst worden. Want met 24 inch en heel veel versnellingen volstaat een rondje in het speelpark echt niet meer. Dan kon met de kleine kinderfiets. Dat was speelgoed. Dit is een vervoermiddel. Waarmee je van een bestemming naar een andere gaat. Over de weg.
Over de weg, inderdaad, want fietspaden zijn er nog niet veel in Rome. Ja, wat routes langs de Tiber bijvoorbeeld of in de grote stadsparken zoals Villa Borghese. Of, aan onze kant van de stad, waar het suggestieve Parco degli Acquedotti (in het verlengde van de Via Appia Antica) ook fantastisch is om te fietsen. Maar dan moet je er wel eerst naar toe.
Toegegeven: pogingen zijn er ook in de buitenwijken gedaan. Daar zijn “fietspaden” geschilderd op brede voetpaden waar onkruid welig tiert, zoals bij ons in de buurt. De verlichtings-, verkeers- en reclamepalen, evenals bomen en gietijzeren vuilbakken zijn daarvoor natuurlijk niet verplaatst, waardoor het eerder een slalomroute lijkt. Ook leuk. Verlaagde trottoirbanden was ook te veel moeite blijkbaar, zodat je bij iedere oversteek noodgedwongen moet afstappen. Niet echt ons Noord-Europese idee van een fietspad natuurlijk.
De weg op, dus. Met die 24 inch en heel veel versnellingen. Eerst maar eens oefenen in de wijk, voordat we een kwartier durven fietsen naar het Parco degli Acquedotti. Dat valt nog niet mee. Veel auto’s zijn fietsers niet gewend (zeker geen kinderen!) en blijven daarom liever met 20km achter je rijden, voordat er eindelijk ruimte genoeg is om met een hele brede bocht om je heen te rijden. Heel irritant.
De toestand van de Romeinse bestrating (een terugkerende ergernis) laat ook te wensen over. Iedere kandidaat-burgemeester krijgt voor zijn kiezen de vraag wat hij gaat doen aan i buchi, de gaten in de wegen. Behalve lapwerk, wat de gangbare praktijk is, waardoor oude gaten binnen een jaar weer opnieuw gapen. Fietsen in Rome is dus vooral ook gaten ontwijken.
Ik ben niet bang uitgevallen, maar ik word er dagelijks aan herinnerd dat het écht gevaarlijk is, als ik langs de witte fiets rijd op de plek waar vorig jaar een jongen om het leven kwam. Hij was een van de vijf dodelijke fietsslachtoffers in Rome dat jaar. Het aantal neemt toe, nu steeds meer fietsers zich op de weg durven te vertonen.
In april waren er al weer twee slachtoffers te betreuren. In beide gevallen reed een auto in op een groepje fietsers. De verscherpte verkeerswet (waarbij geen sprake meer is van onopzettelijkheid bij de doodslag) lijkt weinig invloed te hebben op het rijgedrag van automobilisten.
De fietsers zijn het beu. Al een aantal jaren zijn er diverse acties in de stad, zoals de Critical Mass, waarbij zoveel mogelijk fietsers en masse dezelfde route rijden, waarmee ze de rest van het verkeer verstoren. Er zijn zelfs anonieme activisten, die gewapend met witte verf en fietsmallen, zelf een fietspad schilderen op de weg. Zo zijn er al diverse fietsstroken in de stad ontsproten en wonder boven wonder: het werkt! De meeste auto’s respecteren de witte onderbroken lijn van de fietsstrook. De stad laat het maar zo.
En ik? Op het avontuurlijke rondje in de wijk na, durf ik met de kinderen echt nog niet ergens naar toe te fietsen. Naar het Aquaductenpark gaan we dus met de wagen met fietsdrager. Zoals zovele recreatieve fietsers in Rome, die op zondag lekker naar het park gaan. Met de wagen, helaas.