Rome als een Romein beleven. De mooiste cultuur en geschiedenis meepikken, onverwachte ontdekkingen doen, maar tegelijk de ogen niet sluiten voor de problemen van de Italiaanse hoofdstad. Dat is wat journaliste Hedwig Zeedijk wil doen met de reizigers die haar vergezellen op cultuurreis én jongerenreis naar Rome. Een interview met onze correspondente ter plaatse – vanuit de mooiste stad ter wereld, waar helaas niet alles rozengeur en maneschijn is.
Tekst: Filip Salmon
Foto’s: Eric Vandeville
U kent ze vast vanop het televisiejournaal of van de radio: correspondente Hedwig Zeedijk (leeftijd). De frisse verschijning die bij elk Italiaans heet hangijzer – van de strapatsen van Berlusconi over de vluchtelingenstroom tot het homohuwelijk – klaarstaat om toelichting te geven. Al bijna twintig jaar woont ze in de Italiaanse hoofdstad, die ze intussen als haar broekzak kent. Sinds 1997 is ze er correspondente en brengt ze verslag uit voor de VRT, maar ook voor, onder meer, de Nederlandse krant Algemeen Dagblad of het persbureau ANP. Geen betere gids valt er te bedenken voor een cultuurreis naar deze ‘eeuwige stad’. Daarom staan er in 2016 meteen twéé reizen met haar gepland: eentje voor volwassenen, die vertrekt op 29 juni en eentje in de gloednieuwe jongerenformule van Davidsfonds Cultuurreizen, Club Columbus, die vertrekt op 11 juli.
Twee keer Rome door de ogen van een journaliste die de stad van kop tot teen kent. Wat mogen we ons daarbij voorstellen?
“Ontzettend veel! Een leven is niet lang genoeg om Rome helemaal te leren kennen! (lacht) Maar allicht zijn nogal wat mensen er al wel eens geweest, dus ik gooi het over een persoonlijke boeg. Het wordt twee keer een reis met veel interactie en met een mix van klassiekers en heel wat elementen die je de stad op een dieper niveau leren kennen. Er zitten ook bezienswaardigheden in die nog maar net voor het publiek zijn opengesteld of waarvoor je de weg moet kennen om er binnen te raken. En omdat ik alles voor mijn werk moet volgen, ken ik die wegen natuurlijk.”
U maakt voorwaar zelfs een mix tussen het Vaticaan en de bunkers van Mussolini. Hoe komt u daarbij?
“Rome is een stad vol geschiedenis; de Vaticaanse musea moét je dus gezien hebben. Maar wij bezoeken ook de tuinen naast de musea én we trekken met de trein naar Castel Gandolfo, de pauselijke zomerresidentie en de bijbehorende tuinen. Die residentie is nog maar sinds kort te bezoeken en je moet er lang op voorhand voor reserveren. Hetzelfde geldt voor de bunkers van Mussolini, die hij tijdens WOII liet aanleggen om zijn familie te beschermen. Ook die zijn nog maar recentelijk voor het publiek opengegaan. Het zijn twee totaal verschillende aspecten van de geschiedenis van Rome, maar allebei wel even fascinerend.”
Ook voor jongeren, want ze staan prominent in de reis van Club Columbus.
“Zeker. Het Vaticaan klinkt misschien niet meteen sexy, maar als je ziet hoe het Sint-Pietersplein hier elke week afgeladen vol staat, ook met veel jongeren, dan weet je dat de aantrekkingskracht heel groot blijft. De wereldkerk blijft jongeren aanspreken.”
Met hen gaat u ook naar een zogenaamd anti-maffiastrand. Wat mag dat wezen?
“Tja, als je Rome als een Romein wil beleven en ook op een andere manier wil leren kennen, ontkom je niet aan de maffia. Want overal in Italië waar stevig geld kan verdiend worden, is de kans groot dat de maffia een vinger in de pap te brokken heeft. Dat gold ook voor Ostia Lido, het strand van Rome in de deelgemeente Ostia. Dat strand was in handen van de maffia maar is geconfisqueerd door de Italiaanse justitie en nu naar de anti-maffiabeweging Libera overgeheveld die het op een sociale manier wil teruggeven aan de bevolking. Op die manier kunnen de jongeren genieten van de zon en de zee, maar kan ik toch ook een boodschap meegeven. Bovendien maken we de tocht naar het strand per boot, want we vergeten vaak dat Rome ook een beroemde rivier heeft: de Tiber.”
Opmerkelijk dat de maffia ook in Rome zit. Wij associëren het fenomeen eerder met het zuiden van Italië, toch?
“Historisch gezien komt de maffia uit Calabrië, dat klopt. Maar ze zijn al lang over heel Italië uitgezwermd – en dus ook in Rome. De burgemeester is er zelfs moeten aftreden, omdat de maffia in het bestuur was geïnfiltreerd! En ik heb ooit voor de VRT een reportage gemaakt over maar liefst 34 restaurants in Rome die in handen waren van de maffia, om zo geld wit te wassen. Ik weet ook perfect welk ijssalon in de buurt van het Pantheon bijvoorbeeld tot voor kort in de handen van de maffia was en nu bestuurd wordt door de politie. Dat weet elke Romein, die problemen ken je als je hier woont. Maar daar heb je natuurlijk als toerist geen weet of last van.”
U gaat verder ook op zoek naar Vlaamse sporen in Rome. U schreef er zelfs een boek over: Fiammighi in Rome. Zijn er dan zoveel?
“Natuurlijk. In de eerste plaats zijn er de vele Vlaamse schilders uit de 16de en 17de eeuw die toen hun grote reizen deden in Europa en zo ook in Venetië en Rome aanmeerden. Ze hebben hier natuurlijk ook geschilderd en werk achtergelaten in musea, kerken en doorheen de stad. De aartsengel Michaël bovenop de Engelenburcht, bijvoorbeeld, is van de hand van een Vlaamse kunstenaar. En daarnaast is er ook nog de Accademia Belgica, een restant van het fascistische tijdperk, toen het chic stond dat elke natie een vertegenwoordiging had in de stad. Vandaag doet ze nog steeds dienst als een residentie waar bijvoorbeeld doctoraatsstudenten kunnen verblijven, wanneer ze voor hun studie naar Rome moeten.”
U bent trouwens zelf ook een stukje Vlaamse aanwezigheid in Rome. Hoe bent u er ooit terechtgekomen?
“Door de liefde! (lacht) Op mijn 19de ben ik de man van mijn leven tegen het lijf gelopen: een Italiaan uit Rome. Ik begon toen net aan mijn studies journalistiek, heb daarna eerst als journaliste in Nederland gewerkt en ook nog een paar maanden in Bosnië en in 1997 heb ik besloten om naar Rome te verhuizen. Eerst heb ik nog gewerkt als vrijwilliger, met een beurs van de Europese Unie – een ideale manier om de taal te leren was dat. Maar wat later vertrok de vaste correspondent in Italië voor de VRT naar China en ben ik in het gat gesprongen. “
En wat dacht u, toen u in 1997 in Rome kwam wonen? Was het aanpassen?
“Tja, ik was natuurlijk nog jong toen, en bijgevolg erg flexibel. (lacht) En ik besefte ook wel dat Rome en Italië een beetje achterop hinkten in vergelijking met ons. En dat nog steeds doen, eigenlijk.”
Hoe bedoelt u?
“Toen ik pas in Rome kwam wonen, bleek dat we nog alle huisvuil gewoon samen in een afvalzak mochten gooien: glas, plastic, restafval… Dat was in België en Nederland toch wel al anders. Pas later zijn hier de containers voor gescheiden afval gekomen. En afvalverwerking blijft een probleem hier: er is nog zoveel wegwerp, het zit nog zo in de cultuur, zelfs bij de jongeren. En daarnaast zijn er nog wel wat gebieden waar winst mogelijk is. Mobiliteit bijvoorbeeld, is een ramp in Rome, we staan er meer in de file dan wat anders, het openbaar vervoer werkt niet. En burgerlijk gezien is er nu eindelijk een wetgeving in de maak voor een samenlevingscontract. Buiten het huwelijk bestond er in Italië nog geen andere samenlevingsvorm – de kerk heeft hier nog heel veel invloed op de politiek… Ook op energievlak is er nog potentieel; zonne-energie wordt nog maar amper benut, en dat in zo’n zonnig land…”
Duidelijk wel wat uitdagingen. Maar ze zitten uw liefde voor de stad en het land niet in de weg?
“Natuurlijk niet! Je moet eens om je heen kijken in Rome: het is een fantastische stad! Ik geniet er volop van de kunst en de cultuur en van de mentaliteit van de mensen. Ze zitten nooit verlegen om een praatje, Romeinen en Italianen zijn erg sociaal en gemoedelijk, op dat vlak is het een heel prettige samenleving. En tien minuten te laat zijn is nooit een probleem. (lacht) En dan is er natuurlijk nog het eten en de gastronomie. Daar is er hier heel veel aandacht en liefde voor. “
Het dolce vita dat elk jaar weer heel veel Vlamingen richting Toscane doet rijden.
“Inderdaad. Maar de clichés zijn dan ook waar: het eten én het klimaat zijn hier gewoon beter. En als je tijd hebt en hier gewoon kunt rondlopen zonder andere zorgen, is het ook volop genieten. Maar voor de doorsnee Romein is zijn stad helaas vaak chaotisch en stresserend. En dikwijls hebben ze ook niet genoeg geld en vrije tijd om er het er met volle teugen van te nemen.”
De economische crisis heeft ook Italië niet ontzien.
“Klopt. Er zijn veel mensen die hun job hebben verloren en Italië heeft nog niet echt een uitkeringsstelsel… Als je bij een groot bedrijf werkt, zoals Alitalia of Fiat, dan heb je recht op een uitkering omdat die vroeger zo met de staat is onderhandeld. Maar als je bij een kleiner bedrijf werkt, of bij de bakker om de hoek, is dat veel minder het geval. De uitdagingen voor de Italiaanse politiek zijn dus enorm. Neem bijvoorbeeld ook het tweekamerstelsel waardoor Kamer en Senaat evenveel macht hebben en wetsvoorstellen eindeloos heen en weer gaan: dat moet hervormd worden. En dan zijn er nog vele andere hete hangijzers zoals het onderwijssysteem of het immigratievraagstuk, dat nu wel erg acuut geworden is met de vluchtelingenstroom. De huidige premier Matteo Renzi probeert wel te hervormen, maar er is veel kritiek op wat hij doet, zowel van een euroscepticus als Beppe Grillo met zijn Vijfsterrenbeweging als van de extreemrechtse Lega Nord.”
En hoe ziet u Rome dan evolueren de volgende jaren?
“Tja: zoals gezegd is onze burgemeester weggestuurd omdat de maffia in zijn bestuur was geïnfiltreerd en worden we nu bestuurd door een commissaris… In 2018 zijn er opnieuw gemeenteraadsverkiezingen en veel zal afhangen van wie die wint, want er zijn heel veel uitdagingen voor de stad. De corruptie zit hier bijvoorbeeld nog altijd diep: de wegen van de stad zitten vol gaten, maar een degelijke herstelling blijft uit door corruptie… De vuilnisophaaldienst werkt niet naar behoren, omdat hij corrupt is… De stad heeft een schuld van verschillende miljarden… Er zal dus heel wat moeten aangepakt worden. Rome is de mooiste stad van de hele wereld, maar corruptie en een slecht organisatietalent zijn echt wel dompers op de feestvreugde.”
Een erg dubbel beeld dat u schetst van de stad.
“Ja, maar het is nu eenmaal niet allemaal rozengeur en maneschijn hier – en dat wil ik de mensen die ik meeneem door de stad zeker ook meegeven. Anders krijg je een te vertekend beeld. Hoewel de doorsnee Romein er vooral erg nonchalant en onverschillig bij blijft hoor, bij alle problemen. Ze halen hun schouders op, huldigen het adagium ‘carpe diem’ en drinken nog een lekkere koffie om het te vergeten. En dat laatste gaan we natuurlijk ook doen. Niet in de beste-adresjes-volgens-de-gidsen, maar in totaal andere plekken, waar je even lekkere koffie drinkt, voor de helft van de prijs.”
INFO De Davidsfonds Cultuurreis met Hedwig Zeedijk naar Rome vertrekt op woensdag 29 juni en duurt vijf dagen. Op maandag 11 juli dan vertrekt de jongerenreis van Club Columbus (voor jongeren tussen 14 en 18) met Hedwig Zeedijk naar Rome, die ook vijf dagen zal duren. Alle info via www.davidsfonds.be/cultuurreizen of www.clubcolumbus.be. Telefonisch op 016/310.600.
Wie is Hedwig Zeedijk?
Hedwig Zeedijk werd in Nederland geboren als dochter van een Belgische moeder en een Nederlandse vader. In 1991 verloor ze haar hart aan een Italiaanse jongen, om dat daarna ook te verliezen aan zijn stad, waar ze drie jaar later voor het eerst kwam: Rome. Na haar studie journalistiek in Tiburg, werkte ze in Nederland, België en Bosnië waarna ze zich in 1997 vestigde in Rome van waaruit ze sindsdien verslag doet voor diverse Belgische en Nederlandse media.